COMMENTAAR – De Britse regering heeft de afgelopen weken een stortvloed aan discussiestukken over de Brexit gepubliceerd. De documenten behandelen uiteenlopende onderwerpen: van handelsverdragen en de Noord-Ierse grens tot de bevoegdheid van het Europese Hof van Justitie in het Verenigd Koninkrijk.
De meeste van deze discussiestukken waren inhoudelijk zeer dun. Door ze vrij te geven leek het alsof premier Theresa May en haar ministers een duidelijke strategie hadden, maar dat was slechts schijn.
Neem bijvoorbeeld het discussiestuk over de douane-unie na de Brexit. Dat zwabbert aan alle kanten. May’s regering is zowel voor als tegen een douane-unie.
Elk bedrijf dat zekerheid wil over hoe de in- en uitvoerregels er na het Britse vertrek uit de EU uit komen te zien, kan net zo goed naar een waarzegger gaan. Het discussiestuk biedt weinig duidelijkheid.
Het document over de grens tussen Ierland en Noord-Ierland is zo mogelijk nog vager. Aan de ene kant staat er onomwonden dat de regering wil voorkomen dat er een harde scheiding komt tussen de twee landen op het eiland, maar hoe dat moet gebeuren blijft onduidelijk. De Britse regering doet geen enkel realistisch voorstel.
En toch, ondanks al het getreuzel zijn er langzaamaan tekenen dat de Britse regering de harde realiteit van de Brexit onder ogen ziet en knopen doorhakt. Het discussiestuk over de toekomstige rol van het Europese Hof van Justitie is daarvan een voorbeeld.
Tot nu toe heeft premier May altijd geroepen dat Europese rechters zich niet moeten bemoeien met de Britse rechtspraak na de Brexit. "Taking back control" was immers de slogan van het Leave-kamp. Dat zou betekenen dat EU-burgers die in het Verenigd Koninkrijk wonen niet naar het Hof in Luxemburg kunnen stappen.
Woensdag nam ze die harde woorden deels terug. In de onderhandelingsnota schetst de Britse regering een aantal scenario's waarin het Europese Hof wel degelijk een rol kan spelen in rechtszaken. Het VK zou in de toekomst nog steeds zaken door kunnen verwijzen naar Luxemburg en de uitspraken van het Hof respecteren.
Sommige voorstellen zullen in goede aarde vallen bij Brexiteers, andere misschien niet. Toch zullen de hardliners in May's partij wellicht akkoord gaan met beperkte invloed van het Europese Hof na de Brexit. Maar het is een precaire balans: als het voorstel te veel lijkt op het Scandinavische EFTA-model, dan zal de tegenstand fors zijn.
Wat er op juridisch gebied ook uitkomt, het discussiestuk van woensdag laat zien dat de Britse regering tot het inzicht is gekomen dat de Brexit een complexe aangelegenheid is.
De hakken in het zand zetten haalt weinig uit. Het Verenigd Koninkrijk zal op de een of andere manier altijd met de EU te maken blijven houden. Het is aan May om met concrete en realistische voorstellen te komen over hoe die relatie eruit komt te zien.
Rest alleen nog de rekening, misschien wel het allerbelangrijkste punt op de agenda. Want de Britse plannen kunnen nog zo goed zijn, als ze het niet eerst eens worden met de EU over een vergoeding voor het vertrek uit de unie, dan komen andere onderwerpen niet eens op tafel.